Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren
Artikel 32
1
Indien de rechterlijk ambtenaar of rechterlijk ambtenaar in opleiding op de datum van het einde van zijn aanstelling nog aanspraak heeft op vakantie, wordt hem voor ieder uur vakantie dat hij nog niet heeft opgenomen, een vergoeding toegekend ten bedrage van het salaris per uur dat hij direct voorafgaand aan het einde van zijn aanstelling genoot. De vergoeding wordt berekend met inachtneming van artikel 31 en uitgaande van het salaris en de taak zoals die direct voorafgaand aan de beƫindiging van het dienstverband voor hem golden en de leeftijd welke hij bereikt in het kalenderjaar van het einde van zijn aanstelling.
2
Indien op de dag van het einde van zijn aanstelling blijkt dat de rechterlijk ambtenaar of rechterlijk ambtenaar in opleiding teveel vakantie heeft genoten, is hij voor ieder uur teveel genoten vakantie een bedrag verschuldigd ten bedrage van het salaris per uur.
3
In geval van overgang zonder onderbreking naar een andere functie binnen de rijksoverheid in de loop van een kalenderjaar kan de rechterlijk ambtenaar of rechterlijk ambtenaar in opleiding, in afwijking van het eerste lid, ervoor kiezen de vakantieaanspraken van het lopende kalenderjaar die niet genoten zijn, te behouden. Daarbij wordt de vakantie die in het lopende kalenderjaar is genoten in mindering gebracht op de aanspraken in dat jaar.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.